We gaan je de belangrijkste soorten bottoms en hun belangrijkste kenmerken presenteren:
De Flat bottom is simpelweg plat, van de neus tot de staart.
Het genereert snelheid, maar de surfplank kan moeilijker te controleren zijn bij grote of krachtige golven.
Het is een type bottom voor surfplanken voor kleine golven, golven met weinig kracht, waarbij je veel snelheid nodig hebt.
De concave kanaliseert het water naar de tail van je surfplank, waardoor het voorkomt dat het water via de randen ontsnapt, wat snelheid genereert en een gevoel geeft dat de plank vanzelf gaat, alsof hij op een rail ligt.
De concave wordt gebruikt in bijna alle longboards, aan de neuskant, om te helpen de plank vanaf de punt te surfen.
Bij de shortboards, wordt de concave gecombineerd met een toename van de rocker, om een goede wendbaarheid te behouden.
De dubbele concave is het meest voorkomende bottom-type op de shortboard moderne surfplanken.
De plank heeft meestal een lichte concave vanaf de neus, die zich vanaf het midden van de plank omvormt naar een dubbele concave, die toeneemt naarmate we dichter bij de vinnen komen.
De concave zorgt ervoor dat de plank sneller vliegt, en de dubbele concave verdeelt de waterstroom in twee, wat meer reactievermogen en vloeiendheid aan je surfplank geeft.
De V vormt twee vlakke oppervlakken aan beide zijden van de plank, waardoor de surfplank sneller wordt bij bochten en gemakkelijker van richting kan veranderen.
De V is langzamer in een rechte lijn.
Producten die je misschien interesse zouden kunnen wekken:
